Irritatiegevaar: pas op met gebruik van jeukwoorden

Irritatiegevaar door het gebruik van jeukwoordenDe Gouden Loekie is een eervolle reclameprijs. Sommige winnaars staan op mijn netvlies gebrand. Denk aan de olifant van Rolo, de zwaan van KLM of Pietertje van Calvé. Stuk voor stuk toveren ze een glimlach rond mijn mond. Jeuk krijg ik van de Loekie’s tegenhanger: de loden leeuw. Ik krijg nog steeds de kriebels van de commercials met de tweeling Coronel (AllSecur), Jan Smit (Pearle) en Ali B (Yarden). Een vergelijkbaar gevoel krijg ik bij een aantal jeukwoorden en irritatieverhogende uitdrukkingen. De derde reeks van #jeukwoorden op LinkedIn gaf opnieuw duizenden weergaves en tientallen reacties.  Opnieuw luidt mijn advies: begin maar alvast te krabben. 

21. In de ruimste zin van het woord

Tijdens een netwerketentje zat ik aan tafel met de accountmanager van een facilitair bedrijf. De man gebruikte in zijn Elevator Pitch de woorden: ‘Als toonaangevend dienstverlener in Facility Management leveren we totaaloplossingen voor de zakelijke markt in de ruimste zin van het woord.’ Eén van mijn tafelgenoten fronste zijn wenkbrauwen en onderbrak hem: ‘Wat bedoel je met ‘In de ruimste zin van het woord?’ De accountmanager keek hem verbaasd aan en zei: ‘We doen alles: van beveiliging tot bewaking en van schoonmaak tot huisvesting’. Mijn tafelgenoot knikte instemmend en antwoordde: ‘Waarom zeg je dat dan niet gewoon’. Zelf verbaas ik me iedere keer weer over de toevoeging ‘in de ruimste zin van het woord’. Het blablabla-gehalte is erg groot. Wees liever specifieker in je taalgebruik of uitleg. Wat vind jij? Je mag jouw reactie breed uitmeten of kort en krachtig formuleren.

22. Bilateraaltje (bila’tje)

Vanochtend rinkelde mijn mobiele telefoon. Een onbekend nummer. Het 06-nummer op mijn display was nog niet gekoppeld met een persoon in mijn adresboek. Ik had amper opgenomen of een bekende stem zei: ‘Hoi André, goed dat ik je tref. Heb jij deze week tijd voor een bila’tje in je agenda?‘ Ik verstond het niet goed. Wilde hij met mij een bacootje drinken? Even liet ik een stilte vallen. ‘Of je tijd hebt voor een bila’tje. Je weet wel: een bilateraaltje. Overleg met z’n tweetjes.’ Ik begon te lachen. ‘Voor een bilateraaltje heb ik geen tijd’, antwoordde ik. ‘Voor overleg met z’n tweetjes reserveer ik graag tijd in mijn agenda.’ De klant zag er de humor wel van in. ‘Okay, dan spreek jij met mij een overleg met z’n tweeën af’, stelde hij voor. ‘En ik zet in mijn agenda een bilateraaltje met jou. Akkoord?’ De afspraak was gemaakt. Om eerlijk te zijn: bilateraaltje past niet in mijn taaltje. Wat vind jij? Ben jij te verleiden tot een bila’tje? Benieuwd of je je reactie met mij wilt delen.  Geef je reactie.

23. Ik hoor wat je zegt

Zonder te oordelen, luisteren naar een opdrachtgever is een pittige opgave. Verkopers hebben hier een techniek voor bedacht: NIVEA. Deze afkorting staat voor Niet Invullen Voor Een Ander. Onlangs had ik een werkbespreking bij een reclamebureau. De creatief directeur, de traffic-manager en de HR-manager vormden gezamenlijk de inquisitie. Met z’n drieën vuurden ze vragen op me af. De HR-manager vatte al mijn antwoorden samen met: ‘Ik hoor wat je zegt. Ik hoor wat je zegt’. Om vervolgens een ander onderwerp aan te snijden. Vanochtend had ik een beleidsmedewerker van de gemeente aan de telefoon. Ook zij reageerde op dezelfde manier: ‘Ik hoor wat je zegt’. Niet één keer, maar wel 10 keer in één gesprek. Ik kreeg er jeuk van. Gesprekspartners geven je zo het gevoel dat ze luisteren. Is het een vorm van beleefdheid? Of een nieuwe manier om je af te schepen? Wat vind jij?

24. Rocket science

Een potentiële opdrachtgever was het niet eens met mijn begrote tijd voor het schrijven, bouwen en versturen van een digitale nieuwsbrief. ‘Tekstschrijven is toch geen rocket science’, zei hij met minachting in zijn stem. ‘Als je hier zoveel tijd mee kwijt bent, doe ik het liever zelf’.  Ik plaatste geen kanttekening. Andere klanten gingen wel akkoord met een vergelijkbaar voorstel. 3 maanden later kwam hij met hangende pootjes aanzetten. ‘Een collega van jou schrijft onze nieuwsbrief voor de helft’, begon hij zijn relaas. ‘Ik ben echter niet tevreden over de kwaliteit. Wat kun jij voor dit bedrag voor mij betekenen?’ Ik was verbaasd. ‘Mijn voorstel heb je 3 maanden geleden al gehad’, antwoordde ik. ‘Ik ben geen raketgeleerde, maar voor mij is tekstschrijven wel rocket science.’ Het woord kwam met moeite uit m’n strot. Regelmatig hoor ik relaties dit jeukwoord in de mond nemen. Wat vind jij? Spreekt er volgens jou ook arrogantie en minachting uit? Reageer razendsnel. 10, 9, 8, 7, 6 …

25. Een ‘Go’ geven

Toestemming geven aan een project of schrijfopdracht kent veel uitingsvormen. Bij een educatieve uitgever waar ik werkte, was het gebruikelijk om het licht op groen te zetten. De trendy accountmanager van een reclamebureau geeft er graag een klap op. En een bevriende relatie spreekt signaleert ‘witte rook’ als een tekst goed is voor offline of online publicatie. Sinds kort signaleer ik in deze context een vrijage met de Engelse taal. Het populaire ‘Go for it’ is al aardig ingeburgerd. Leuk als tagline of motto voor een IT-bedrijf. Jeuk krijg ik van de uitdrukking ‘een GO geven’. Geef gewoon toestemming. Of gebruik een synoniem uit je moedertaal. Maar stop met interessant doen. Wat vind jij? Ga je voor een Nederlandse of een Engelse uitdrukking. Of ga je je niet in deze discussie mengen?

26. Pimpen

Het populaire tv-programma ‘Pimp my ride’ op MTV introduceerde het begrip ‘pimpen’. Auto’s die in erbarmelijke staat verkeerden, kregen een flinke opknapbeurt. Tweedehands gebruiksvoorwerpen worden sindsdien op grote schaal ‘gepimpt’. Van ledikantjes tot fietsen en van bankstellen tot kasten. Tot voor kort had ik geen moeite met het woord ‘pimpen’. Vorige week kreeg ik een telefoontje van een potentiële klant. Haar vraag bracht me op andere gedachten: ‘Heb jij ook ervaring met het pimpen van webteksten?’, vroeg ze quasi-serieus? Voordat ik antwoord kon geven, zei ze: ‘Mijn website gaat op de schop en de huidige webteksten dekken de lading niet meer’. Als tekstschrijver vind ik het heerlijk om (web)teksten te corrigeren, te redigeren, te herschrijven of te verbeteren. De animo wordt minder als ik een tekst moet ‘pimpen’ of opleuken. Ik schrijf immers geen kitscherige teksten. Wat vind jij? Is ‘pimpen’ een aanwinst voor onze taal? Of zet je er liever direct een punt achter?

27. Jong en dynamisch

Iedereen wil jong en dynamisch zijn. Jij toch ook? Niemand positioneert zich graag als ‘oud en statisch’. Toch wringt de schoen. Gisteren kreeg ik de vraag om een blik te werpen op de nieuwe website van een IT-bedrijf. De eigenaar was heel trots op het eindresultaat hij wilde peilen wat ik ervan vond. De eerste zin op de homepage luidde: ‘Welkom op de nieuwe website van 123 ICT Service (fictieve naam). We zijn een jong en dynamisch IT-bedrijf’. Ik verslikte me bijna in m’n cappuccino. Welke collega-tekstschrijver krijgt deze dooddoener op papier. Google maar eens op ‘jong en dynamisch’. De zoekmachine geeft bijna een half miljoen hits op websites en in vacatureteksten. Ben je jong en lenig van geest? Bedenk dan een andere openingszin. Wat vind jij? Is de Nederlandse taal dynamisch genoeg om je anders te profileren? Of ontbreekt bij jou deze dynamiek?

28. Uitdagend

Als docent Communicatie gaf ik enkele jaren het vak Solliciteren aan Hbo-studenten. De eerste brief die studenten inleverden, was vergelijkbaar met eenheidsworst. Zo waren studenten steevast op zoek naar een (nieuwe) uitdaging. Deze week vertelde een recruiter tijdens een workshop Pitchen dat hij kandidaten tijdens een sollicitatiegesprek de volgende vraag stelde: ‘Kun je vertellen waarom je graag bij ons wilt komen werken, zonder het woord uitdaging te gebruiken.’ Een grote glimlach verscheen rond mijn mond. Tegenwoordig is alles een uitdaging. Graag daag ik je uit om te reageren. Daagt er niets als ik dit stel? Of uit je je liever op een andere manier?

29. We nemen het mee

Vorige week zat ik oog in oog met een echte vergadertijger. Met bloemrijk taalgebruik leidde hij als voorzitter de agendapunten in. Hij gaf alle deelnemers het gevoel dat hij goed luisterde. Het viel me me op dat hij regelmatig een discussie afkapte met ‘We nemen het mee’. Mijn buurman had zich nog niet gemengd in de discussie. ‘Bij de vorige 2 vergaderingen zei je ook dat je het mee zou nemen’, zei hij cynisch bij een van de agendapunten. ‘Volgens mij heb je helemaal geen actie ondernomen.’  De voorzitter schrok en bood stotterend zijn excuses aan. Ook dit jaar is het AD weer op zoek naar het lelijkste kantoorwoord van 2017. Ik heb op ‘We nemen het mee’ gestemd. En ik ben niet de enige. Voorlopig gaat deze uitdrukking aan de leiding in de uitverkiezing.

30. Doe maar gewoon, doe je al gek genoeg

Vanochtend dronk ik een cappuccino in het centrum van Veldhoven. Aan de binnenkant van mijn koffiekopje stond in dialect: ‘Doemar g’woon, doede al gek zat’. De haren op mijn armen stonden meteen recht overeind. Deze uitspraak is me met de paplepel ingegeven. En het is de grootste dooddoener die ik ken. Er is zelfs een verzekeringsmaatschappij die zich profileert met: ‘Als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder’. Dat is niet mijn kopje thee. Ik houd niet van eenheidsworst en dertien-in-een-dozijn. Draai de tekst eens om: ‘Doe maar gek, dan doe je al gewoon genoeg’. Of om met wijlen Steve Jobs te spreken: ‘Stay folish, keep dreaming’. Wat vind jij? Ga je voor ‘gewoon’ of geef je de voorkeur aan ’te gek’?

Nog meer jeukwoorden?

Bovenstaande 10 jeukwoorden en irritatieverhogende uitdrukkingen vormen de eerste oogst van mijn ergernis. Regelmatig plaats ik nieuwe woorden of uitdrukkingen op LinkedIn. Elke update bevat een oproep om je mening te geven of deel te nemen aan de discussie. Als je op de link ‘Reageren’ klikt, kun je nog steeds een bijdrage leveren: opbouwend of genadeloos kritisch. Aan jou de keuze. Heb je suggesties voor deze rubriek op LinkedIn? Plaats dan jouw jeukwoord of irritatieverhogende uitdrukking als uitdrukking, inclusief onderbouwing.

De blogreeks jeukwoorden en irritatieverhogende uitdrukkingen bestaat uit:

Als tekstschrijvercopywriter, contentcreator, storyteller, bloggerpresentatiecoach en SEO tekstschrijver helpt André Driessen ondernemers in de regio Eindhoven – TilburgHelmondDen Bosch om hun ideeën te verwoorden. Op papier, op het beeldscherm of bij presentaties, zoals de Elevator Pitch of een Pecha Kucha.

Speciaal voor ondernemers heeft hij enkele beproefde workshops ontwikkeld: Bloggen, Storytelling, Webschrijven, Verkoopbrieven schrijven en Elevator Pitch. Ook geeft hij graag gastpresentaties over de disciplines die hij beoefent. 

Samen met de experts van Kwaaijongens laat André ondernemers scoren met WordPress-websites.